Diagnostiek en behandeling

Afspraken tussen vaatchirurgen en huisartsen.

  • Inventarisatie en behandeling risicofactoren volgens zorggroepprotocol.
  • Verwijzing naar door fysiotherapie gesuperviseerde looptraining, bij voorkeur verwijzen naar een fysiotherapeut die aangesloten is bij Claudicationet.

Consultatie

Het adviseren van de huisarts over behandelopties en/of duiding geven van de diagnostiek. Bij consultatie blijft de huisarts ‘hoofdbehandelaar’. Bekijk de samenwerkingsovereenkomst voor vormen van consultatie, afspraken en definities.

Consultatie van de kaderhuisarts
Consultatie van de kaderhuisarts door een huisarts heeft de voorkeur boven consultatie van de specialist. De kaderhuisarts CVRM van de zorggroep is beschikbaar via een vorm van (elektronische) communicatie voor consultatie.

Consultatie van de specialist
Voor vragen die in kort bestek beantwoord kunnen worden en het niet nodig is dat specialist de patiënt ziet, dan telefonische of schriftelijke consultatie van de specialist.
Afspraken over de consultatieprocedure:

  • Huisartsenbrief volgens dezelfde aanwijzingen als bij verwijzing.
  • Huisarts ontvangt binnen drie werkdagen antwoord.

Besprekingen: casuïstiekbespreking door specialist
De specialisten zijn bereid tot casuïstiekbesprekingen en bijeenkomsten met het doel dat specifieke patiënten de juiste zorg op de juiste plek krijgen. Bijeenkomsten worden door de eerste lijn, in samenspraak met de tweede lijn, georganiseerd.

Verwijzen

Verwijsindicaties voor verwijzing naar of consultatie van de tweede lijn

Verwijzing
In de volgende situaties verwijst de huisarts voor nadere diagnostiek en/of behandeling naar een multidisciplinair vaatteam (zo mogelijk) of naar een vaatchirurg:

  • Als een bepaling van de enkel-armindex nodig is die niet in eigen beheer of via Saltro kan worden uitgevoerd (diagnostiek).
  • Bij een gemiddelde enkel-armindex van 0,9 tot en met 1,0 en twijfel over de diagnose (diagnostiek).
  • Bij patiënten met diabetes mellitus en een vermoeden van perifeer arterieel vaatlijden (diagnostiek, EAI niet betrouwbaar).
  • Perifeer arterieel vaatlijden Fontaine 2 met snelle progressie van de klachten (behandelopties evalueren).
  • Perifeer arterieel vaatlijden Fontaine 2 met blijvende klachten of duidelijke subjectieve invalidering ondanks looptraining (behandelopties evalueren).
  • Bij blijvende verdenking en onduidelijke diagnostiek altijd verwijzen.

Indicaties voor acute verwijzing naar de vaatchirurg:

  • Perifeer arterieel vaatlijden stadium 3 en 4 of een enkeldruk <50 mmHg (behandelopties evalueren).
  • Vermoeden van trombose of embolie (behandeling).

Consultatie van de tweede lijn:

  • Bij onduidelijkheden over het wel of niet verwijzen van een patiënt met perifeer arterieel vaatlijden kan altijd met de dienstdoend vaatchirurg worden overlegd.
  • Bij goed uitgevoerde maar gefaalde looptraining.

Terugverwijzen

Uitgangspunten voor terugverwijzing naar en follow-up in de eerste lijn

Doorgaans verwijst de vaatchirurg patiënten terug naar de eerste lijn:

  • In geval van chronische ischaemie type Fontaine II, een EAI tussen de 0,9 en 1,0 en indien er sprake is van een niet acuut niet vitaal bedreigde situatie.
  • In geval endovasculair/ operatief ingrijpen niet tot een te verwachte verhoging van de kwaliteit van leven zal leiden (bijv. bij ernstige mobiliteitsbeperkende andere factoren).

De huisarts zorgt dat de patiënt wordt opgeroepen voor het CVRM-spreekuur binnen drie maanden na het laatste polibezoek.

Berichtgeving

Huisartsen en specialisten houden de HASP-richtlijn aan voor berichtgeving bij verwijzen en terugverwijzen. Indien relevant bij verwijzing aangeven of patiënt na advies terugverwacht wordt in eerste lijn. Bij terugverwijzing aangeven of het volledige terugverwijzing of gedeelde zorg betreft. Patiënt wordt in beide gevallen opgenomen in het CVRM zorgprotocol van de huisarts.

Verwijsbrief wordt verzonden via Zorgdomein.
Ontslagbrief wordt verzonden via Edifact.

Contactpersonen

Kaderhuisartsen Hart- en Vaatziekten in de regio

Specialisten

Diakonessenhuis Utrecht: via 088-2505555 (huisartsenlijn)
Mevrouw dr. C.E.E. van Ofwegen-Hanekamp, cardioloog
Dr. M.A. van de Ree, internist / vasculair geneeskundige
Dr. R.C.J.M. Donders, neuroloog
Dr. S.K. Nagesser, vaatchirurg

St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein: via 088-3203200 (24-uurs huisartsenlijn)
Drs. R.M. van Tooren, cardioloog
Mevrouw drs. A.H. Pijlman, internist / vasculair geneeskundige
Dr. P.H.E. Hilkens, neuroloog
Dr. J.P.P.M. de Vries, vaatchirurg

UMC Utrecht: via centrale verwijzerslijn 0800-8099
Dr. H,M. Nathoe, cardioloog
Dr. W. Spiering, internist / vasculair geneeskundige
Dr. H.B. van der Worp, neuroloog
Dr. G.J. de Borst, vaatchirurg